Ezelsbruggetjes en andere onthoudtrucs

ME.SE.SE.SO.DO.PA
Dit vreemde woord helpt je onthouden welke werkwoorden worden vervoegd zoals "partir":
-
MEntir (liegen)
-
SEntir (voelen, ruiken)
-
SErvir (opdienen, bedienen)
-
SOrtir (naar buiten gaan, uitgaan)
-
DOrmir (slapen)
-
PArtir (vertrekken)

SON, MA, TES ... net iets anders dan in het Nederlands
Het (bijvoeglijk gebruikt) bezittelijk voornaamwoord of "adjectif possessif"
Wat is er anders?
In het Nederlands hangt de vorm alleen af van de bezitter (de auto van Jan: zijn auto).
In het Frans hangt de vorm zowel af van de bezitter als van het woord waarbij het staat (de auto van Jan: sa voiture - de broek van Jan: son pantalon).
De bezitter (ik, jij, wij, ...) bepaalt welke 'persoon' van het pronom possessif je nodig hebt. (Je: mon/ma/mes, tu: ton/ta/tes, ...)
Het woord waarbij je het adjectif possessif plaatst, is bepalend voor het geslacht en getal.
=> sa voiture of son pantalon kan zowel "zijn auto" of "zijn broek" als "haar auto" en "haar broek" betekenen!

VREESFLES
... of monsieur LEFEVRE of ...
om te onthouden bij welke werkwoorden het pronom personnel niet voor de infinitief staat, maar voor het vervoegde werkwoord:
-
Voir
-
Regarder
-
Écouter
-
Entendre
-
Sentir
-
Faire
-
Laisser
-
Envoyer
-
Sentir

MAARTEN of het huis van être
Deze werkwoorden worden met être vervoegd:
-
Monter >< descendre
-
Arriver >< partir
-
Aller >< venir
-
Rester
-
Tomber
-
Entrer >< sortir
-
Naître >< mourir

EN VOITURE maar À VÉLO
Welk voorzetsel gebruik je bij een vervoersmiddel?
Eenvoudig gesteld: als je er niet in kan zitten, gebruik je à, anders is het en.
Dus: à vélo, à bicyclette, à moto, ... en train, en bateau, en bus, en train ....
Tabitou. Beninksstraat 9, B-3111 Wezemaal, +32 16 58 48 40, +32 495 49 44 53, tabitou@telenet.be